zondag 31 maart 2013

Pissebloempoffertjes


Paardebloemen/pissebloemen (ja ik doe niet aan die tussen-N) zijn normaal niet zo mijn favorieten in de tuin. Zoals ik al zei, heb ik een redelijk grondige hekel aan gele bloemen. Voor de rest heb ik niets tegen op de harpoenvormige blaadjes die langs de rand van mijn tuinpad opduiken op het einde van de winter.


Lekker vind ik ze wel. Klaargemaakt zoals spinazie met olijfolie en wat knoflook erbij, of een paar snippers bij een groene salade. Geïnspireerd door Anne's groene pannenkoeken (of groenkoeken) met paardebloem, heb ik me vandaag eens aan pissenbloempoffertjes gewaagd. Op Anne's blog vindt ge ook wat meer informatie over deze alledaagse-maar-toch-toffe plant.




Soit. Poffertjes. Typisch Nederlands, maar volgens wikipedia oorspronkelijk van Franse herkomst. Wie zal het zeggen? In elk geval vond ik een nederlands recept voor poffertjes uit 1752 (De volmaakte Hollandsche keuken-meid):

38. Poffertjes, hoe men die bakken zal.
Neemt een halve kop grutte-meel, een half pond tarwe meel, 3 Eijeren en een pintje melk, en een lepeltje gist met wat zuiker gemengt; beslaat dit te zamen, zet het te ryzen, en bakt 'er poffertjes van.

In de voorbije 250 jaar is het basis-recept duidelijk niet meer zo veel veranderd. Het recept in het Nederlands kookboek van Janny de Moor (2007) vraagt om 50 g boekweitmeel, 200 g tarwebloem, 2 eieren, 300 ml melk, 1/2 zakje instant gist en een snufje zout.


Nu, ik eet enkel granen (en ook peulvruchten trouwens) als ze gefermenteerd zijn; op de traditionele, eeuwenoude manier bereid. Er zijn wat mij betreft veel goeie redenen om helemaal geen granen te eten, alleen glutenvrije granen te eten, of in elk geval door fermentatie de schadelijke stoffen in granen zoveel mogelijk te neutraliseren. Door granen of meel te weken in rauwe karnemelk, kefir, yoghurt, melkwei of ook limoensap en azijn, wordt een eenziempje geactiveerd, lipase genoemd, dat het phytinezuur (een mineralenblokker) in de zemel van het graan afbreekt. Licht-zure melkproducten voorzien ook in melkzuur en lactobaccillus bacteriën, die helpen om complexe zetmelen af te breken. Het weken maakt trouwens ook de voedingsstoffen in het graan beter beschikbaar. Alleen maar voordelen voor de gezondheid dus. De smaak wordt wel wat anders dan we gewend zijn, een beetje lichtzuur, zoals bij zuurdesembrood.
Ik ga hier nu niet verder over uitbreiden, maar verwijs jullie graag door naar het wereldwijde spinnenweb voor meer info. Zowel nuttige als onnozele info, nieuwe en achterhaalde info, en andere kletspraatjes. Alles wat ge nodig hebt om er het uwe van te denken.

Dus, mijn poffertjes zijn een beetje anders geworden dan het recept uit mijn Nederlands kookboek. Ik ben eventjes gaan spieken bij Nourishing Traditions (of in het nederlands Voedzame Tradities)* voor Sally Fallon's recept voor gefermenteerde pannekoeken.
Daarnaast ben ik ook ni-zo-ne grote fan van gist gebruiken, dus liet ik mij inspireren door Aaltje om zuiveringszout/baking soda in de plaats te doen. Dit is het resultaat:

Ingredienten
  • 250 g meel (mengsel van boekweitmeel en volkoren tarwebloem, of als ge dat graag eet, alleen boekweit)
  • 250 ml karnemelk
  • 1/2 theel zuiveringszout (baking soda)
  • 2 eieren
  • 2 eetl appelstroop
  • snufje zout
  • 1 vergiet vol vers lentegroen (paardebloem, zevenblad, barbarakruid, kleine veldkers, citroenmelisse, vioolblaadjes, ...)
  • boter/reuzel/kokosolie 

Bereiding

Week het meel 6-8 uur in de karnemelk op een warme plaats in huis. Doe nu de andere ingrediënten er in en meng tot een glad beslag. Voeg indien nodig nog wat water toe om de gewenste dikte te krijgen. Meng op het laatst de fijngehakte kruiden door het beslag. Laat je poffertjespan goed heet worden en doe dan één theel vet in elk kuiltje. Laat goed heet worden en vul elk kuiltje voor de helft met beslag. Draai de poffertjes om met een vork wanneer je bellen aan het oppevlak ziet komen, maar voor de bovenkant helemaal opgesteven is.

Traditioneel worden poffertjes opgediend met boter en suiker, maar wat mij betreft kun je deze gewoon zo eten. Een beetje honing of appelstroop zullen echter niet misstaan.

Manlief en ik waren alletwee zeer te spreken over dit experiment. Dikke kans dat dit een traditioneel onderdeel van het paasmenu wordt. Niet dat we een paasmenu hebben hoor, maar ik ben altijd te vinden voor het (re)creëren van nieuwe/oude tradities.


*Dit boek is toch wel één van mijn kookbijbels, en de kans is zeer sterk aanwezig dat ik er nog dikwijls naar zal verwijzen in de nabije of minder-nabije toekomst.

1 opmerking:

  1. Ik vind het erg leuk dat je zo met voeding bezig bent, dan wel op de echte technische manier ook. (ik heb levensmiddelentechnologie gestudeerd, en werk nu in de voedingsinustrie ) Heel herkenbaar dus. En als je weet wat er gebeurd merk je toch wel dat je veel meer gaat opletten.

    BeantwoordenVerwijderen